Op de verjaardag van mijn oudste zwager - misschien beter gezegd: mijn oudere broer - afgelopen 24 mei 2019 werd ik wakker met het idee: o ja, het hoeft niet meer.
Daar en toen besloot ik, na 37 jaar, te stoppen met roken.
De dagen erna waren nogal heftig, zo van: mind vraagt weet je het zeker?
En honderden, zo niet duizenden, rituelen die vervanging vroegen.
Zoals: het is 1 sigaret lopen naar de supermarkt.
Hoever is het dan zonder sigaret?
Of: ik stap in de auto, en neem een peuk.
Ja, niet dus. Wat ga ik dan nemen?
Ik wilde geen vervanging. Geen kauwgum. Geen nicotine pleisters. Geen chips.
Gewoon voelen. Wat gebeurt er?
Nu, 5 maanden verder, is de conclusie: minder vaak, maar als dan heftig.
Inmiddels gemerkt dat het niet gaat om het lichamelijke ritueel. Er is een verband met iets anders.
Ooit heb ik gekoppeld: roken aan innerlijke vrijheid.
Als ik rook dan kan niemand aan mij komen. Ik voel me vrij.
Roken is als dat kleffe handen van mij af glijden.
Stom, maar waar.
Nu, na 5 maanden, merk ik dat het niet iets is van 'dat doe ik even'.
Ik ben er inmiddels achter dat stoppen met roken - voor mij althans - iets is van 'erbij blijven'.
Ik ben dus gestopt om te denken dat er nog wel een tweede ding bij kan.
Dit jaar ga ik niet nog iets anders doen.
Ik zoek nog naar een verklaring, hoe stupide dit verhaal op mij zelf overkomt, als ik dit teruglees.
Maar stupide is verstand, en mijn gevoel zegt dat het waar is. Er is aandacht nodig. Dan maar stupide.
Subscribe to:
Post Comments (Atom)
No comments:
Post a Comment